Rauwe botten

 

 

We horen vaak mensen zeggen dat hun hond of kat naast de gewone voeding botten krijgt. Nou zou je daar normaal gesproken niet echt iets van denken. En toch is daar wel degelijk iets over te zeggen. Wij vinden het belangrijk mensen er op te wijzen dat het geven van botten niet iets is wat maar zomaar altijd kan of goed is voor het dier.
 

Als allereerste en meest belangrijke opmerking willen we aangeven dat honden die brokken eten, nooit rauwe vleesbotten gevoerd moeten krijgen. Zij hebben minder maagzuur omdat veel brokken koolhydraten bevatten. Om botten te verteren moet er voldoende zuur maagzuur zijn. Is dit niet het geval, dan kan dit leiden tot verstopping (vaak ook overgeven).

 

Vleesbot is een belangrijk onderdeel in het menu van vers gevoerde honden en katten. Het wordt gebruikt om het dier te voorzien van de juiste hoeveelheid calcium. Daarnaast bevat vleesbot ook andere goede vitamines, mineralen en vetzuren. Wanneer het menu zelf wordt samengesteld zijn de vleesbotten die gebruikt worden, groter. In kant en klare vleesvoedingen is het bot gemalen. Soms krijgt een hond of kat die gemalen versvoeding eet, ook extra vleesbot om gewoon lekker te kunnen kluiven.  Dit is goed voor het gebit en het spijsverteringskanaal.

Als we praten over dit vleesbot, dan is dit dus rauw bot wat in zijn geheel wordt opgegeten, er blijft dus niets van over. Dit zijn dus niet de zogenoemde runderknieën, mergpijpen, runderbenen en dergelijke, die bij de slager of het slachthuis worden gehaald en afgekluifd kunnen worden. Dit zijn recreatiebotten. Om in zijn geheel op te eten zijn ze veel te hard, en kunnen hierdoor het gebit beschadigen. Meestal worden deze gegeven om een tijd op te kluiven, totdat het vlees er af is.
Let er wel goed op dat het bot echt rauw is; gerookte of gekookte botten kunnen splinteren, omdat door het verhitten de structuur van het bot verandert.

 

 

Wanneer u besluit om uw hond of kat van brokken over te zetten op vers vlees dan zijn er een aantal belangrijke punten waar u op moet letten:

* Voer eerst een tijd gemalen kant en klare voeding. Het spijsverteringssysteem heeft dan de tijd om rustig aan de nieuwe voeding te wennen. Om vers vlees te verteren moet het systeem hard aan het werk. Harder dan bij brokken. Voor veel honden en katten is het goed om dit rustig aan te pakken.

* Wanneer het verteren van de gemalen voeding goed verloopt (ontlasting is goed, hond of kat voelt zich goed) dan kunt u, als u dit zou willen, voorzichtig beginnen met het geven van vleesbotjes/botten die zacht zijn en makkelijk verteren. Geef nooit kale botten; er moet altijd zo'n 50% vlees aan het bot zitten. Beter wat meer vlees dan te weinig. Teveel bot in één keer kan leiden tot moeilijke ontlasting of verstopping.

* Als u botten wilt gaan bijvoeren, doe dit dan niet te overdreven. In de kant en klaar gemalen voeding zit al een hoeveelheid bot en wanneer u elke dag botten gaat bijvoeren, trekt u het menu van hond of kat wel erg uit verband en komen de verhoudingen scheef te liggen.

* Begint u niet met te grote botten. Botten van grote dieren zijn moeilijker te verteren dan die van kleine dieren, zeker voor een hond of kat die net begint met het eten van rauw bot.

 


Er is nog veel meer te vertellen over het eten van rauwe botten. Met name over de 'beginnersbotten' en de soorten bot die u kunt geven wanneer uw hond of kat na een tijdje wat meer aan kan. In principe geldt een bepaalde volgorde in soorten bot die gegeten kunnen worden door honden en katten. Wilt u hier meer over weten, we leggen het graag uit.

 

Winkelwagen

U heeft nog geen artikelen in uw winkelwagen.
© 2021 - 2024 Meat & More voor hond en kat | sitemap | rss